
De vreemdé ontdekking in psychedelische paddenstoelen: wat we nog niet zagen.
Een dubbele evolutie van psychedelische stoffen
Een spectaculaire ontdekking is dat paddenstoelen niet slechts één keer de capaciteit hebben ontwikkeld om psilocybine te produceren: ze deden het twee keer onafhankelijk. Ars Technica
Wat betekent dat? Dat blijkt dat twee verschillende groepen paddenstoelen via onafhankelijke biochemische routes zijn geëvolueerd om dezelfde psychoactieve stof te maken. ScienceDaily
Die convergente evolutie wijst erop dat het maken van dergelijke verbindingen een voldoende grote evolutionaire winst kan bieden — misschien als verdediging tegen predatoren, of als interactie met micro-organismen of het ecosysteem waarin ze groeien.
Dit opent perspectieven: de enzymen die deze chemische paden beheren kunnen een “onbekende schat” zijn voor biotechnologie én farmacologie. Onderzoekers kijken nu naar manieren om deze enzymen te benutten voor het synthetiseren van psilocybine of aanverwante verbindingen op gecontroleerde manier.
Nieuwe soorten, nieuwe mysteries
Parallel hieraan zijn recent nieuwe soorten psychedelische paddenstoelen ontdekt — bijvoorbeeld in Zuid-Afrika. Phys.org
Deze ontdekking breidt ons begrip uit van de biodiversiteit van psychoactieve schimmels, maar ook van hun ecologische niches en genetische diversiteit. Sommige van deze nieuwe soorten hebben mogelijk subtiele chemische verschillen ten opzichte van reeds bekende soorten, wat suggereert dat er nog veel onontdekt is, zowel op taxonomisch als bioactief vlak.
Verbluffende effecten op veroudering en cellulaire gezondheid
Naast de evolutionaire ontdekkingen, komen er steeds meer aanwijzingen dat de werkzame stoffen in psychedelische paddenstoelen — met name psilocybine — effecten kunnen hebben buiten het zuiver bewustzijnsveranderende domein. In recent onderzoek blijkt dat psilocybine kenmerken van veroudering kan verlagen in cellen en de overleving van verouderde cellijnen gunstig kan beïnvloeden in muismodellen. Baylor College of Medicine
Als dit mechanisme verder wordt bevestigd, opent zich het idee dat psychedelische verbindingen een rol kunnen spelen in interventies tegen veroudering, of in regeneratieve geneesmiddelen. Natuurlijk is dit nog pril — de vertaalslag naar menselijke applicaties staat voor enorme uitdagingen qua veiligheid, dosering en regulering.
Waar we nog geen antwoord op hebben
Hoewel het fascinerend is, blijft het onderzoek vol vragen. Hoe reguleren paddenstoelen intern de aanmaak van psychedelische stoffen? Wat is het evolutionaire voordeel — en in welke ecologische omstandigheden? En vooral: welke onbekende verbindingen liggen verscholen in de enorme biodiversiteit van paddenstoelen, die nog niet zijn geïdentificeerd?
Wat ook intrigeert: kunnen deze stoffen of variaties daarvan — in minimale doses of als afgeleiden — gebruikt worden in geneeskunde, zonder de psychedelische bijwerkingen? En hoe zit het met lange termijn effecten?